Antoon en Toos Bennebroek hadden al sinds 1984 pluimvee. Eerst vleeskuikens, toen kalkoenen en na de vogelpest in 2003 tenslotte legkippen. Met de nieuwe wetgeving van 2012 in het vooruitzicht stonden ze voor de keuze: óf stoppen, óf flink investeren en groeien. Ze besloten te stoppen, verhuisden naar het dorp en zochten een baan.
“Er kwam nieuwe wetgeving aan, we waren tegen de vijftig en hadden geen opvolger. Moet je dan nog zoveel investeren?” Dit was het juiste moment om te verkopen. We hebben nog wel laten uitrekenen hoeveel de vereiste aanpassingen zouden kosten, maar dat bleek niet rendabel. We hadden een gegadigde voor ons bedrijf en de eierprijzen waren goed”, vertelt Antoon Bennebroek. Toos vult aan: “Ik ben wel erg blij dat het geen familiebedrijf was, niet al generaties lang in de familie. Anders zou ik toch erg het gevoel hebben dat ik verantwoording had moeten afleggen. Onze drie bijna volwassen kinderen stonden achter onze keuze.” Antoon en Toos groeiden langzaam naar de bedrijfsbeëindiging toe: Antoon besloot om eerst eens uit te proberen hoe ander werk beviel. Hij had al gewerkt bij een loonwerker, en in de tijd van de vogelpest verhuurde hij zichzelf als zzp-er om te schoffelen. Nu kon hij een paar dagen in de week aan de slag in de wegenbouw. En dat viel niet tegen. Dat maakte de keuze gemakkelijker.
Minder samen
Inmiddels heeft Antoon een vaste baan op een golfbaan, waar hij met een groepje mensen het onderhoud doet. Toos werkt in de thuiszorg. Beiden vinden ze het contact met de mensen erg prettig. Het hebben van vrije weekenden en vakanties is nieuw. Antoon: “Soms zijn die lege dagen wel raar. Je hebt nog steeds het gevoel dat je iets moet doen, want als ondernemer ben je altijd bezig. Vrij zijn moet je ook leren.” Voor beiden is het erg wennen dat ze nu veel minder samen zijn. Toos: “Dat is het enige dat ik echt jammer vind, dat we nu zo weinig samen thuis zijn. We hadden het altijd heel goed samen.”
Vraagtekens
Antoon en Toos zijn verhuisd naar een mooi huis in het dorp. Hun nieuwe baan hebben ze allebei zonder moeite gevonden. Toos: “We hebben allebei heel veel geluk gehad. Achteraf gezien zijn al alle stukjes heel mooi op hun plek gevallen. Maar als je er middenin zit, lijken het alleen bergen die je ziet. De onzekerheid over de toekomst is het moeilijkste. Je weet wat je kwijt bent, maar je weet niet wat ervoor in de plaats komt. Dat zijn allemaal vraagtekens. Ik vond het een verschrikkelijke periode. Je voelt je heel alleen, je moet het allemaal helemaal zelf doen. De uitdaging is in zo’n periode om toch de ontspanning te zoeken en onder de mensen te blijven.”
Ze hebben de gebeurtenissen allebei op hun eigen manier verwerkt. Antoon: “Voor mij was het wat minder emotioneel. Je hebt er al jaren naartoe gewerkt. Het rekensommetje was duidelijk, en toen was de keuze voor mij al gemaakt. De overgang was voor mij ook anders, want ik werkte ondertussen al.” Antoon gaat nog wel eens naar de stal toe om post op te halen die verkeerd is aangekomen. De nieuwe eigenaar is er nu aan het bouwen. “Daar ben ik nieuwsgierig naar, dat wil ik graag zien. Het is niet zo dat ik er niks meer mee te maken wil hebben. Ik mis het, maar heb geen spijt van onze keus.” Toos is niet meer op het bedrijf geweest. “Toen het huis verkocht was en wij naar het dorp verhuisden heb ik het huis schoongemaakt en er een punt achter gezet.”
Stop op tijd
Buren en collega’s reageerden heel positief op het besluit van Antoon en Toos om te verkopen. Je hebt groot gelijk, zei iedereen. Nu staan veel collega’s voor dezelfde keuze; ze moeten stoppen of uitbreiden. Aan boeren die twijfelen over stoppen wil Antoon het volgende meegeven: “Stop op tijd. Je moet toch verder, en als wacht tot je niks meer hebt, wordt het nog moeilijker. Daarvoor moet je je emoties even aan de kant zetten, de boel zakelijk bekijken en van daaruit beslissen. Ik weet uit eigen ervaring dat het heel moeilijk is, maar wat je eigenlijk wilt dat kan toch niet. Het is een simpel rekensommetje: als er onder de streep niet meer genoeg overblijft om van te leven, dan moet de keuze duidelijk zijn.” Toos voegt daaraan toe: “Gun jezelf de tijd, praktisch en emotioneel. Het is toch een heel proces waar je doorheen moet. We hebben daar zelf twee, drie jaar over gedaan.”
Terugkijkend op het proces zijn Antoon en Toos blij met de manier waarop de overgang gegaan is. Toos: “Het was een heftige tijd, maar ik had de tijd op het bedrijf niet willen missen. We hebben er een hele mooie tijd gehad en de kinderen zijn er geweldig opgegroeid.” De tijd die ze tegenwoordig samen doorbrengen, gebruiken ze goed. Ze gaan regelmatig op vakantie en over een paar weken krijgen Antoon en Toos hun eerste golfles.