“Stoppersregeling een succes: straks zijn er 160.000 koeien minder”, zo kopte NOS kort geleden. Begrijpelijk, want door de afvoer van deze koeien daalt de fosfaatproductie in Nederland met circa 1,3 miljoen kilo. Een forse stap in de richting van het doel. Goed en snel geregeld zou je denken.
Stoppen met manier van leven
De zakelijke benadering vanuit de sector en maatschappij – dat dit een mooie kans is om een probleem te tackelen en de boeren krijgen ook nog geld toe – is te eenzijdig. De sociaal emotionele gevolgen van bedrijfsbeëindiging zijn onvoorstelbaar. Bedrijf, familie, collega’s, buren en niet te vergeten het hele gezin, vormen met elkaar een sociaal netwerk waar werken en leven onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Stoppen met je bedrijf is gelijk aan stoppen met deze “manier van leven”. Stoppen is meer dan de stekker eruit trekken en andere dingen gaan doen. Of je nu 65 jaar of 45 jaar bent. Hoe ‘verstandig’ de beslissing ook is.
In zakelijk opzicht wordt van alles geregeld maar hoe moet je als mens verder? Wat als blijkt dat de betrokken boeren slapeloze nachten hebben en de spanningen hoog oplopen in de gezinnen, want het gaat hier om agrarische gezinsbedrijven. Het is het einde van een familiebedrijf, van familiegeschiedenis, van je oorsprong , van je identiteit. Het is een beslissing die je toekomst op z’n kop zet. Een emotionele beslissing die raakt aan je (manier van) leven en aan de plek waar je werkt en woont.
Nazorg
Alleen met aandacht, erkenning, waardering en begrip voor de omstandigheden en positie van de veehouder kunnen we ervoor zorgen dat stoppen een nieuw begin kan zijn. Een proces wat tijd vraagt en waar veehouders recht op hebben. In de huidige stoppersregeling wordt alles snel en efficiënt geregeld. Maar als de stallen leeg zijn, dan begint het verwerkingsproces van de veehouder en zijn gezin pas.
Natuurlijk heeft iedereen belang bij, en een mening over, een goede en gezonde agrarische sector. Of dat nu is vanuit zakelijk belang of als consument. Maar een gezonde en zelfbewuste sector staat en valt met de mensen die erin werken en daar hebben sector en maatschappij verantwoordelijkheid voor te nemen. Wat doen de zakelijke en financiële dienstverleners aan nazorg voor deze stoppers? Accepteren zij, samen met collega-boeren, de burgers en de kritische consumenten, de stoppende bedrijven als feit, of is er voor hen ook een rol weggelegd?
Aandacht van de samenleving
Er is behoefte aan steun, zo blijkt uit de toename van het aantal hulpvragen. Dit ervaren ook de vrijwilligers van Stichting Zorg om Boer en Tuinder. Zij geven met hart en ziel hun aandacht aan de persoonlijke gevolgen van dit soort ingrijpende gebeurtenissen. Ze ondersteunen boeren en tuinders op professionele wijze, maar voor de vragen van deze stoppersgolf is meer nodig dan een sterke vrijwilligersorganisatie. Het vraagt om een sector en maatschappij die hun verantwoordelijkheid nemen. Die verantwoordelijkheid reikt verder dan de oplossing van het fosfaatprobleem op korte termijn, het gaat om de bijdrage aan duurzame sectorale en maatschappelijke ontwikkelingen waar boer en burger een gedeeld belang bij hebben. Om de stoppersregeling echt succesvol te laten zijn, is persoonlijke aandacht vanuit de samenleving cruciaal. Stoppen doe je niet alleen!
Hanneke Meester
Voorzitter Stichting Zorg om Boer en Tuinder Nederland